Ergens onderweg

Vanuit Phong Nha nemen we de slaapbus naar Hoi An. Omdat we uiteindelijk maar met 2 overblijven op deze ‘luxe toeristenbus’, worden we, wanneer we wakker worden een uur voor aankomst, op de lokale bus gezet. Het werd een lange rit, maar dat hebben we dan ook weer eens meegemaakt!

Hoi An was vroeger een belangrijke handelsstad. De gebouwen hebben er vele buitenlandse invloeden en het ligt er vol met winkels, waaronder vele kleermakers. In het oude stadsgedeelte is het gezellig vertoeven. Zeker ’s avonds met de vele lampionnetjes aan het water.

Op een paar kilometer ligt het strand. De zon liet het afweten, maar een strandwandeling en relaxen in de beachbar was ook een leuke bezigheid..

Volgende bestemming Nha Trang. Soort van Blankenberge met een groot strand, pretpark, snorkeltrips en booze cruises…. Wat ons meteen opviel was al het Russisch in het straatbeeld. Blijkbaar een zeer populair vakantieoord bij de Russen!

Moe van de bustrip maken we gebruik van het zwembad en spelen onderwater wat met de camera.

We bezoeken nog een reuze boeddha en de markt en dan … begint het regenseizoen!

Dus op naar Saigon, vandaag Ho Chi Minh City genaamd, deze keer met de dagbus. Een stad met 10 miljoen inwoners en 5 miljoen brommers. De straat oversteken is er een heuse missie.

We bezoeken de Cu Chi tunnels. Een tunnelsysteem, met de hand gegraven, gebruikt in de strijd tegen de Amerikanen. De tunnels reiken helemaal tot aan de Cambodiaanse grens. De tunnels waren zo smal dat wij, westerlingen, er niet inpassen. Een stukje werd speciaal voor de bezoekers wat groter gemaakt. Maar bovengronds ook genoeg entertainment met de tentoongestelde inventieve boobytraps, luchtgaten verscholen als mierenhopen en een schietbrak waar je met machinegeweren kan schieten.

Er rest ons nog een week Vietnam alvorens we het land moeten verlaten. Onderweg naar Cambodja passeren we nog even langs de Mekong Delta.